Uchiko en Zentsuji

Vandaag gaan we op weg naar Zentsuji, een klein stadje in de Kagawa perfectuur. Hoofddoel is het Zentsuji tempelcomplex, waar we zullen overnachten.

Maar voor het zo ver is, maken we eerst een korte stop in Uchiko, 20 minuten met de trein vanaf Yawatahama. Uchiko is een klein plaatsje, even heel wat anders dan de grote steden die we de laatste dagen gezien hebben. Je hebt echt meer het idee dat je op het ‘platteland’ van Japan bent. Het weer is vandaag een beetje bewolkt en druilerig, maar dat mag de pret niet drukken.

Uchiko mag dan wel klein zijn, maar er zijn hier wel veel High Schools. De schoolgebouwen zijn op zich weinig inspirerend en iedere school hanteert hetzelfde stramien: Hoofdgebouw(en), plein (zandvlakte) en eventueel wat sport- en speelvelden. We zien wat kinderen in uniform rondlopen en sporten. Tennis lijkt vandaag favoriet. Grappig is dat ze dezelfde soort lessen krijgen als Nanda in Zwolle.

We lopen verder door Uchiko. Opvallend is dat bij veel huizen de tuintjes er pico bello bij staan. Vaak is het een allegaartje van bloemen die in bakken en potten zijn gezet, maar oogt in ieder geval wel vrolijk en de mensen hier besteden er duidelijk aandacht aan.

Op een gegeven moment arriveren we bij een authentiek straatje, waar de Japanse nijverheid (o.a. kaarsenmakers) nog schijnt te bloeien. Op dat moment wordt er ook een blik Japanse toeristen uitgelaten. Omdat we wel gesteld zijn op onze rust (lees: we willen overal zelf vooraan staan om foto’s te maken) wachten we even tot deze invasie voorbij is.

Onderweg passeren we nog Omura House, één van Uchiko’s oudste huizen. Daar werpen we even een korte blik in een landschapstuin. Erg mooi.

We verlaten het ‘centrum’ van het dorp en koersen bergop, richting de Koshoji Temple, , waar een heel groot liggend Boeddhabeeld (sleeping buddha) één van de meest opvallende bezienswaardigheid is. Daar moeten we dan ook zeker even mee op de foto. :)

De ingang van de tempel zelf ligt iets verderop en wordt gesierd door hele mooie kersenbloesembomen. De tempel is ook van binnen zeer mooi. Opvallend ruim en sereen.
Grappig is een zitje met leren banken. Waarschijnlijk hoort het bij het woongedeelte voor de monniken.

Terug naar de trein. Vanaf Uchiko is het nog wel eventjes treinen naar Zentsuji, dus weer even lekker tijd om een uiltje te knappen (inmiddels grijpen we elke kans om even te pitten met beide handen aan, want je weet nooit hoe lang het nog duurt voordat je weer een rustmoment krijgt hehe). Aldus komen we op de klok 2,5 uur (maar voor het gevoel 5 minuten) later aan in Zentsuji.

Zenstsuji zelf is een niet al te grote stad, en is vooral bekend doordat het de geboortestad is van Kukai, ofwel Kobo Daishi, een beroemde en een van de meest invloedrijke Boeddhistische monniken uit de 8e/9e eeuw. http://en.wikipedia.org/wiki/Kukai
De taxi brengt ons naar het indrukwekkende maar vooral ook grote tempelcomplex (45.000 m2!) Op het terrein staat een aantal tempelgebouwen en een gigantische 5-story pagode, de grootste die we tot nu toe gezien hebben.

We moeten toegeven dat we het idee van ‘overnachten in een tempelcomplex’ wat geromantiseerd hebben. De tempel ligt niet gehuld in de mist op een berg of zo, maar midden in de stad. En we slapen niet op de tempelvloer tussen de beelden, maar het terrein biedt gewoon ruimte aan een hotel (welja), in traditionele stijl, dat wel. Dus, schoenen uit en tatamimatten + futons om te slapen. De Zentsuji tempel maakt onderdeel uit van de 88-tempel-route van Shikoku (het eiland waar we ons op bevinden) en het hotel is dan ook vooral bedoeld voor de vele bedevaartgangers die hier komen.

Nadat we zijn ingecheckt en de tassen hebben gedropt gaan we het tempelterrein verkennen. We zien redelijk wat bedevaartgangers (in het wit gekleed, want dat hoort) die de tempelroute lopen. Je hoort hem eigenlijk te voet te doen, maar er komen ook gewoon Japanners die met een toerbus alle 88 tempels langs gaan. Beetje jammer.

We nemen de tijd om de tempelgebouwen te bekijken, souvenirs kopen en een kalligrafie halen om rond 18:30 te gaan avondeten. We eten in een grote zaal midden tussen de bedevaartgangers. Het avondeten is ook weer in traditionele stijl, dus rijst, groente, vis, tofu etc. Leuk detail dit keer is dat iedereen een pannetje heet water heeft waar je dingen in kunt koken. Sommigen maken een soort groente/soja soep die eigenlijk best goed binnen te houden is!

Het hotelgebouw heeft ook een mooi badhuis en we besluiten om direct na het eten te gaan badderen, om voor de meute uit het bad in te kunnen. Heerlijk, zo’n warm bad na een lange dag reizen en rondlopen.

Omdat dit wel een tempelcomplex blijft, slapen de mannen en vrouwen gescheiden (5 om 3). De mannen kopen wat bier en sake uit de automaten op de gang (nice!) en besluiten nog een klein feestje te bouwen ;). We zullen vroeg in de ochtend op moeten staan, want we gaan de Boeddhistische dienst om 06:00 bijwonen.